Verbod op nevenwerkzaamheden vanaf 1 augustus 2022 wettelijk geregeld
In veel arbeidsovereenkomsten staat een verbod op nevenwerkzaamheden. Dat ziet er dan vaak als volgt uit: "Het is de werknemer verboden zonder schriftelijke toestemming al dan niet betaald nevenwerkzaamheden te verrichten voor een derde."
In de wet is dat echter helemaal niet geregeld en dat is toch vreemd, te meer omdat het best vaak voorkomt en zeker niet iedereen er bij stilstaat. Te denken valt bijvoorbeeld aan de werknemer die naast zijn werk ook vrijwilliger van de brandweer is, of via een website tweedehandskleding verkoopt of trainer is van de plaatselijke voetbalclub. Als er geen toestemming is gevraagd kan dit toch tot vervelende situaties leiden. Stel je voor dat een klant van de werkgever via de website van een werknemer kleding heeft gekocht en daar niet tevreden over is en komt klagen bij de werkgever, wat dan? Als er geen schriftelijke toestemming van de werkgever is heeft de werknemer in strijd gehandeld met de arbeidsovereenkomst en kan dit zomaar vervelende gevolgen hebben. De wetgever heeft besloten de werknemer vanaf 1 augustus 2022 beter te beschermen. In een nieuw artikel 7:653a BW is dan bepaald dat een verbod op nevenwerkzaamheden in een arbeidsovereenkomst in principe niet rechtsgeldig is, tenzij er een rechtvaardigingsgrond is. Als rechtvaardigheidsgronden moet gedacht worden aan: gezondheid en veiligheid, de bescherming van vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, de integriteit van overheidsdiensten of het vermijden van belangenconflicten. Het is goed om er zowel als werkgever als werknemer alert op te zijn.